If
De IF - functie wordt gebruikt samen met een vergelijking en kan testen of een bepaalde conditie al bereikt is, zoals de waarde van een input.
Voorbeeld: Als de Robot-auto met een drukknop aan de voorkant moet stoppen als de auto tegen de muur is aangereden.
De Format (=opbouw) ziet er als volgt uit:
if (variabele > andereVariabele)
{
\\ hier iets uitvoeren
}
Het programma test of "variabele" groter is dan "andereVariabele". Als dat zo is dan wordt de actie, die tussen de accolades staat beschreven, uitgevoerd. Metandere woorden, ls de vergelijking TRUE (WAAR) is dan wordt de actie uitgevoerd. Als de vergelijking FALSE (ONWAAR) is, wordt de actie tussen de accolades overgeslagen in het programma en dus niet uitgevoerd.
Voorbeeld: Als de Robot-auto met een drukknop aan de voorkant moet stoppen als de auto tegen de muur is aangereden.
De Format (=opbouw) ziet er als volgt uit:
if (variabele > andereVariabele)
{
\\ hier iets uitvoeren
}
Het programma test of "variabele" groter is dan "andereVariabele". Als dat zo is dan wordt de actie, die tussen de accolades staat beschreven, uitgevoerd. Metandere woorden, ls de vergelijking TRUE (WAAR) is dan wordt de actie uitgevoerd. Als de vergelijking FALSE (ONWAAR) is, wordt de actie tussen de accolades overgeslagen in het programma en dus niet uitgevoerd.
If .... else
De "If .... else" - functie is iets uitgebreider dan de IF-functie. Er kan bij de if-else functie een actie worden uitgevoerd als de vergelijking TRUE (WAAR) is en er kan een andere actie worden uitgevoerd als de vergelijking FALSE (ONWAAR) is.
Voorbeeld: Als de Robot-auto met een drukknop aan de voorkant moet stoppen met rijden als de drukknop is ingedrukt en moet vooruit rijden als de drukknop niet is ingedrukt.
De Format (=opbouw) ziet er als volgt uit:
if (variabele > 500)
{
// Actie A uitvoeren (bv. stoppen met rijden)
}
else
{
// Actie B uitvoeren (bv. vooruit rijden)
}
Actie B kan ook een volgende if-else functie bevatten, zodat er meer testen kunnen worden uitgevoerd.
Voorbeeld: Als de Robot-auto met een drukknop aan de voorkant moet stoppen met rijden als de drukknop is ingedrukt en moet vooruit rijden als de drukknop niet is ingedrukt.
De Format (=opbouw) ziet er als volgt uit:
if (variabele > 500)
{
// Actie A uitvoeren (bv. stoppen met rijden)
}
else
{
// Actie B uitvoeren (bv. vooruit rijden)
}
Actie B kan ook een volgende if-else functie bevatten, zodat er meer testen kunnen worden uitgevoerd.
FOR
De "for"-functie wordt gebruikt om een aantal keer hetzelfde uit te voeren. De "for"-functie bestaat uit drie delen:
De Format (=opbouw) ziet er als volgt uit:
for (Initiatie;Conditie;Verhoging/Verlaging)
{
// Acties
}
Voorbeeld: Les 4: Een LEDje laten dimmen
void loop()
{
for (int i=0; i <= 255; i = i-1)
{
analogWrite(PWMpin, i);
delay(10);
}
}
- Initiatie (startwaarde): deze wordt een keer doorlopen, hier wordt de startwaarde van de gebruikte variabele (teller) gegeven.
- Conditie: hier wordt een vergelijking weergegeven waaraan moet worden voldaan (TRUE) om de for-loop-functie te laten doorgaan.
- Verhoging/Verlaging: hier wordt de variabele (teller) elke keer met eenzelfde waarde verhoogd of verlaagd
De Format (=opbouw) ziet er als volgt uit:
for (Initiatie;Conditie;Verhoging/Verlaging)
{
// Acties
}
Voorbeeld: Les 4: Een LEDje laten dimmen
void loop()
{
for (int i=0; i <= 255; i = i-1)
{
analogWrite(PWMpin, i);
delay(10);
}
}